Brievenbusmonster

Dat iets moest ik zien. Ik ging op mijn tenen staan en gluurde voorzichtig in de brievenbus. Het was er donker en het duurde even voordat ik iets kon zien. Wat ik zag waren twee kleine scheve gele spleetjes. Ik bewoog mijn vingers even op en neer. De gele spleetjes bewogen en volgden mijn vingers. Het iets in de brievenbus keek naar mijn vingers. Voordat ik het door had, voelde ik iets nat en warms aan mijn vingers. Snel trok in mijn vingers terug. En uit de brievenbus kwam een zielig geluid.

Wat moest ik doen? De politie bellen, naar huis gaan of wachten op de postbode? Ik besloot op de postbode te wachten. Gelukkig kwam die snel met zijn bestelbus. Ik vertelde de postbode dat er een monster in de brievenbus zat. Hij keek me een beetje boos aan. Natuurlijk zat er geen monster in de brievenbus, dat kon volgens de postbode helemaal niet. Ik haalde mijn schouders op. Dan geloofde hij me toch niet. De postbode maakte de brievenbus open en zag tot zijn grote schrik dat er iets anders dan brieven en kaarten in de brievenbus lagen. In het midden van de brievenbus lag een geitje op een grote stapel papiersnippers.

‘Mèèèèh’ zei het geitje. ‘Ik heb buikpijn.’ Dat leek me nogal wiedes. Wie eet er dan ook zoveel papier? En een veel grotere vraag; wie stopt er nou een geitje in de brievenbus? Daar zijn brievenbussen helemaal niet voor. Maar ja, blijkbaar snapt niet iedereen dat. De postbode krabde op zijn hoofd. Wat moest hij nou met dat geitje? Gelukkig zat er een briefje om de nek van het geitje met een adres erop. Op het briefje stond: ‘Lieve Josien, zoals beloofd stuur ik je hierbij het klimgeitje. Afzender Je Geheime Vriend’. Post is post, ook al is het een klimgeitje. En post moet je bezorgen als je een postbode bent. De postbode deed daarom de bestelauto open en legde het klimgeitje op de voorstoel. ‘Vooruit met de geit’ grapte hij en reed weg.

geschreven door Barbara Berloth

 

Pages: 1 2