Daan Dondersteen en het sokkenraadsel

Die avond ging Daan vroeg naar bed. Midden in de nacht stond Daan op. Zacht sloop hij naar beneden, naar de bijkeuken waar de wasmachine stond. Als de sokkendief kwam, zou Daan hem wel wegjagen. Maar er kwam helemaal niemand.

De volgende dag sloop Daan weer naar beneden. Daan was wel een beetje moe. Hij had de vorige nacht nauwelijks geslapen. Kon hij maar ergens liggen. Zou hij in de wasmand passen?

Daan Dondersteen liep naar de wasmand, maar net voordat hij erin wilde kruipen horde hij geroezemoes. Snel verstopte hij zich achter het gordijn. Het geroezemoes kwam uit de wasmand!

‘Ah joh, blijf nou’ hoorde Daan. ‘Nee, ik ga. Ik wil wel iets van de wereld zien, net als dat blauwe T-shirt daar. Het enige wat wij ooit zien is de binnenkant van Daan’s schoenen, de sokkenla, de wasmachine en deze wasmand.’ ‘Aan de waslijn zie je de wereld toch?’ ‘Dan zit ik vast. Ik wil vrij zijn.’

Wie waren daar toch aan het praten? Daan gluurde vanachter het gordijn naar de wasmand. Net op dat moment ging de deksel van de wasmand omhoog.  Daan zag hoe een van zijn rode sokken de wasmand uitgleed en richting de buitendeur liep. Het andere wasgoed keek de sok na. Een overhemd zwaaide nog even. De rode sok zag het niet. Hij was al door het kattenluik naar buiten gekropen.

‘Jemig’ dacht Daan. Dat was wat. Zijn sokken voelden zich altijd opgesloten. Geen wonder dat ze vertrokken. Hoe zouden zijn voeten zich dan voelen?

Daan was bezorgd. Stel je voor dat zijn voeten ‘s nachts wegliepen. Dat hij wakker werd zonder voeten. Dat wilde Daan natuurlijk niet. Er zat maar één ding op vond Daan. Hij zou zijn voeten nooit meer opsluiten in sokken en schoenen. Sindsdien loopt Daan Dondersteen op blote voeten. Het is misschien wat vreemd, maar Daan weet nu zeker dat zijn voeten nooit meer zonder hem zullen vertrekken.

(voorleestijd ongeveer 5 minuten)
geschreven door Barbara Berloth

Pages: 1 2