Het nachtlampje

Joris ligt in bed. Het is allang bedtijd geweest en toch slaapt Joris niet. Joris is een beetje bang. Hij vindt het veel te donker en in het donker kun je niet zo goed zien.

Waar normaal een stoel staat met zijn kleren erop, nou daar zit als het donker is een beer. En zijn racebaan verandert in het donker in een slang die kronkelend door de kamer kruipt. Zodra het licht is zijn de beer en de slang weg, maar zodra het donker wordt zijn ze er weer. Nu is het donker en Joris is een beetje bang.

Kijk er is vandaag een extra beest in de kamer, een enorme slak ligt daar op de loer. Joris ziet het wel, maar hij doet niks. Hij durft haast geen adem te halen.

Mama komt de trap op. Ze doet de deur van Joris zijn kamer open. ‘Joris’ fluistert ze, ‘slaap je al?’. ‘Nee’ zegt Joris. Mama komt zijn kamer binnen en doet licht aan. Waar net die slak zat, ziet Joris nu een gymtas. De beer is weer een stoel met kleren en de slang is weer een racebaan.

‘Kijk eens wat ik vandaag gevonden heb’ zegt mama. Ze houdt iets omhoog. ‘Dat lijkt wel een lampje’ zegt Joris. ‘Ja’ zegt mama. ‘Dit lampje doe je in het stopcontact en dan geeft het een heel klein beetje licht. Dan is het niet meer zo donker in de kamer’. ‘Goh’ zegt Joris.

Mama stopt het lampje in het stopcontact. Het straalt een mooi groen licht uit. ‘Welterusten Joris’ zegt mama.  ‘Dag’ zegt Joris. Als mama weg is, kijkt Joris tevreden om zich heen. Nu het niet meer zo donker is, lijkt alles heel normaal. Alhoewel… die stoel lijkt nog steeds een beetje een beer.

Joris is niet meer zo bang en hij durft gewoon te gaan slapen. ‘Dank je wel lampje.’

(voorleestijd ongeveer 2 minuten)
geschreven door Barbara Berloth