Koning Harald

Er was eens lang, lang geleden een koning genaamd Harald die leefde in een schitterend paleis in een klein en idyllisch landje Seivda, heel ver weg van Nederland. Koning Harald was een goede en wijze man die erg betrokken was bij het welzijn bij zijn onderdanen. Harald gaf ze het gevoel alsof ze allemaal familie van hem waren. Harald vond, net als iedereen dat verwacht van een koning, het heel belangrijk om alle zaken voor zijn volk goed te regelen. Aangezien Harald zichzelf de wijste van het land vond, nam Harald alle beslissingen alleen. Het volk was tevreden, er was eten in overvloed.

Zo ging het al jaren, sinds zijn broer Gudmund spoorloos verdwenen was toen hij vanuit de vallei naar de heuvels was getrokken om de wereld te verkennen. Vroeger had Harald zelf ook wel eens de heuvels willen verkennen, echter sinds het verdwijnen van zijn broer weet iedereen dat je dat beter niet kunt doen.

Op een dag klopt een zonderlinge man aan bij de paleisdeuren. Hij wilde de koning graag spreken en gastvrij zoals koningen horen te zijn, heette Harald de vreemdeling van harte welkom. De man zag er met zijn rare kleren apart uit en zijn stem was ook heel raar. De jongste bediende van koning Harald vroeg de koning of het wel verstandig was deze man te ontvangen, omdat hij zo vreemd was. Koning Harald weerlegde de angst van zijn jongste bediende en zei dat hij wijs genoeg was om geen foute beslissingen te nemen en stelde de bediende voor bij het gesprek aanwezig te zijn mocht als hem dat een beter gevoel geven.

Tijdens het gesprek vertelde de vreemdeling over heftige regens die er aan zouden komen. Dagen, weken zou het blijven regenen. Al die regen zou er voor zorgen dat het vruchtbare land zou weg spoelen. Hij adviseerde koning Harald om zijn volk te laten verhuizen naar de heuvels daar zouden ze veilig zijn voor de stortvloed. Koning Harald wist dat het heuvelgebied gevaarlijk was, dat was bij allen bekend. Hij zou zijn volk nooit kunnen overreden naar de gevaarlijke heuvels te verhuizen, toch? Wie dacht de vreemdeling wel niet wie hij was om de koning te adviseren? Niemand voorziet de koning van ongevraagd advies. De koning heeft immers alle wijsheid in pacht. En zo werd de vreemdeling bedankt voor zijn goedbedoelde advies.

Pages: 1 2 3